Nieuw kabinet begrijpt het belang van een gezonde bodem

Ruim een kwart van de biodiversiteit op aarde leeft in de grond. Microben, springstaarten, regenwormen, mollen: allemaal leven ze in de bodem. Dit rijke bodemleven is heel belangrijk voor ons. Een gezonde bodem helpt ons bij het vasthouden en zuiveren van water, het opslaan van koolstof, het tegengaan van hittestress, natuurlijke plaagbestrijding en het recyclen van voedingsstoffen. Biodiverse bodems vormen kortom het fundament van een duurzaam Nederland.

Gelukkig lijkt het nieuwe kabinet doordrongen van het belang van een gezonde bodem en lijkt er meer aandacht te komen voor bodembeheer. Naast een minister voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn er ook ministerposten opgezet voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Klimaat en Energie, en Natuur en Stikstof.

In het Coalitieakkoord 2021-2025 wordt op verschillende plekken verwezen naar het belang van een vitale bodem. Zo staat te lezen dat water en bodem sturend worden bij ruimtelijke planvorming, dat natuur en landbouw in balans worden gebracht door de transitie naar kringlooplandbouw en dat het kabinet zich niet alleen op stikstof zal richten, maar ook op de (Europese) normen en opgaven van de bodem, klimaat en biodiversiteit.

Dit belooft een ambitieus beleid. Maar de uitdagingen zijn enorm, want hoe vertaal je deze toekomstplannen naar lokaal niveau met impact op de grond? Hoopvol is dat er de afgelopen jaren verschillende lokale initiatieven zijn opgestart door kennisinstellingen, ngo’s, bedrijven en burgers om de bodem slimmer te beheren. Rijksoverheid, provincies en gemeenten kunnen dit momentum gebruiken om beleidskaders op te stellen voor verdere bescherming en herstel van bodemleven door de samenleving. Een duurzaam Nederland valt of staat met samenwerking.

Kernpartners

Financiers